Lied 78
1 Mijn vertrouwen is gericht
op mijn Jezus, wiens genade
hier mijn duister pad verlicht,
dat mij ’s vijands list niet schade.
Al wat heerlijk is en schoon,
komt van U, o ’s Vaders Zoon.
2 Ik ben uw, en Gij zijt mijn,
liefde heeft ons saam verbonden.
In Gods ogen ben ik rein,
want uw bloed bedekt mijn zonden.
Zaal’ge rust geniet ik nu,
lieve Jezus, steeds in U.
3 Nu is ons een plaats bereid
in het Vaderhuis daarboven,
om daar, gans aan U gewijd,
U te aanbidden en te loven.
Wij verlangen naar de tijd,
dat we U zien in heerlijkheid.