Lied 64
1 ‘k Wil U alles overgeven,
al mijn zorgen, groot en klein;
‘k weet, dat Ge in dit korte leven
raad en helper mij zult zijn.
Is de weg ook vol bezwaren,
kan ik nergens uitkomst zien,
zie ik overal gevaren,
uwe hand zal hulpe bien.
2 Uwe waarheid kan niet wijken,
daar Gij zelf de waarheid zijt;
uwe liefde niet bezwijken,
daar Gij zelf de liefde zijt.
Gij, Gij zult mij alles schenken,
wat uw heilig woord belooft,
en in liefde mij gedenken;
niets dat mij die troost ontrooft.
3 Ja, Gij zult mijn hart bewerken,
en mij leiden door uw Geest;
mijn geloof zult Gij versterken,
‘k ga mijn weg dus onbevreesd.
Op uw woord kan ik vertrouwen,
alle zorg ontneemt Gij mij;
op U, Jezus, wil ik bouwen,
Gij blijft altijd mij nabij.