Ik heb veel volk – in Korinthe!

En de Heer zei in de nacht door een gezicht tot Paulus: Vrees niet, maar spreek en zwijg niet; want Ik ben met u, en niemand zal de hand aan u slaan om u kwaad te doen; want Ik heb veel volk in deze stad. Handelingen 18:9-10

Tijdens de tweede zendingsreis van Paulus had hij een Goddelijke roeping ontvangen om in Macedonië het evangelie te brengen (Hand. 16:9). Paulus en zijn medewerkers spanden zich in om het Evangelie te brengen op het vasteland van Europa, en de Heilige Geest zegende hun werk.

Nu was Paulus aangekomen in de stad Korinthe. Hij had zojuist Athene verlaten, waar maar weinig vrucht op zijn werk leek te zijn. De intellectuele, filosofische Atheners beschouwden  Paulus als een ‘babbelaar’, en spotten toen ze hoorden over de opstanding, maar anderen geloofden.

In Korinthe, toen Paulus daar een werk begon, sprak de Heer tegen hem in een visioen. Hoe ontroerend en kostbaar voor de bezorgde apostel! De Heer zei hem dat hij niet bang moest zijn en niet moest zwijgen, ‘want Ik ben met je’. En de reden waarom Paulus niet bang hoefde te zijn, was een bijzonder verrassende en opmerkelijke bemoediging voor hem: ‘want Ik heb veel volk in deze stad’.

Korinthe was een welvarende havenstad en stond bekend om zijn verdorvenheid. In de Griekse wereld van die tijd werd iemand die er een losbandige levensstijl op nahield spreekwoordelijk ‘een Korinthiër’ genoemd. Toch zei de Heer tegen Paulus: ‘Ik heb veel volk in deze stad.’

Wat heerlijk om te zien dat de Heer ons heeft liefgehad en ‘uitverkoren vóór de grondlegging van de wereld’ (Ef. 1:4). Hij kende de Zijnen al voordat zij werden gered. Dit doet niets af aan de noodzaak om te evangeliseren – het is onze verantwoordelijkheid om die boodschap te geloven. De Heer draagt Paulus dan ook op: ‘spreek en zwijg niet’. Het Evangelie moet verkondigd worden. Afgestompt en leeg vanbinnen door de zonde, stonden de Korinthe open voor het evangelie (1 Kor. 6:10-11). De trotse Atheners hadden het afgewezen, maar in Korinthe had de Heer ‘veel volk’.

Brian Reynolds