Het belang van de gezinsoverdenking

Met ‘gezinsoverdenking’ doelen we in dit artikel op het samenzijn van het hele gezin om uit de Bijbel te lezen, erover na te denken, er met elkaar over te praten, samen te bidden en te zingen. Het werd in het verleden vaak ‘huisgodsdienstoefening’ genoemd.

Het gaat bij gezinsoverdenking om meer dan een verhaaltje voor het slapen gaan of een bedtijdritueel. Ons – dus beide ouders – wordt gevraagd om het licht van het Evangelie in ons eigen huis te brengen. Ook al zoeken we tevergeefs in de Bijbel naar een gebod voor de dagelijkse bijeenkomst van het gezin, toch leert de Schrift duidelijk dat wij ervoor verantwoordelijk zijn om onze kinderen over de Bijbel te onderwijzen.

Voor de geloofsvaders en -moeders in zowel het Oude als het Nieuwe Testament was dit geen vraag. Dat laten de volgende voorbeelden zien.

Abraham

‘Immers, Abraham zal zeker tot een groot en machtig volk worden, en alle volken van de aarde zullen in hem gezegend worden. Want Ik heb hem uitgekozen, opdat hij aan zijn kinderen en aan zijn huis na hem bevel zou geven om de weg van de Heere in acht te nemen, door gerechtigheid en recht te doen, opdat de Heere over Abraham zal brengen wat Hij over hem gesproken heeft’. Genesis 18:18-19

Ook bij het Romeinse rijk waren het uiteindelijk niet de barbaarse horden die het rijk verwoestten. Het was veelmeer het morele verval dat dit rijk de genadeslag gaf. Zonder gezonde, Godvrezende gezinnen kan er geen maatschappij met Godvrezende opvattingen over waarden, normen en zeden bestaan. Abraham kreeg niet de opdracht om een heel volk op te voeden, maar om voor zijn eigen kinderen een vader te zijn, die de gedachten van God aan hen doorgaf. Hij moest hun laten zien hoe goed het is om de weg van de Heere te gaan, de weg van navolging. Daarom deed de Heere hem een grote belofte, namelijk dat Hij hem tot een groot volk zou maken. Overigens werd door Abrahams gehoorzaamheid aan dit bevel niet alleen zijn nageslacht gezegend, maar die zegen bereikt ook eenmaal ‘alle volken van de aarde’.

Mozes

‘Deze woorden, die Ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn. U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit, en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat’. Deuteronomium 6:6-7

‘Neem al de woorden waarmee Ik u heden waarschuw, ter harte, zodat u uw kinderen gebiedt al de woorden van deze wet nauwlettend te houden. Want het is geen woord zonder inhoud voor u, maar het is uw leven. En door dit woord zult u de dagen verlengen in het land waarvoor u de Jordaan oversteekt om het in bezit te nemen’. Deuteronomium 32:46-47

Mozes was één van de grootste leiders en hij wist hoe belangrijk het is om de kinderen het Woord van God bij te brengen. De laatste opdracht die hij aan het volk van God doorgaf, voor hij hen vlak voor zijn dood zegende, was om de kinderen te onderwijzen. Hij getuigde dat Gods Woord hun leven was! Aan de laatste woorden van een beroemd mens wordt altijd groot gewicht toegekend. Hoeveel te meer bij Mozes: de Heilige Geest vond die zo waardevol dat Hij ze in de heilige Schrift opnam!

Jozua

De Heere beval Jozua twee belangrijke dingen voordat Hij hem samen met de tweede generatie het land liet veroveren:

Allereerst: de besnijdenis van de hele tweede generatie

‘Maar hun zonen heeft Hij in hun plaats gesteld.
Jozua heeft hen besneden, omdat zij de voorhuid
hadden, want zij hadden hen onderweg niet besneden’.
Jozua 5:7

De besnijdenis is een symbool van de besnijdenis van ons hart, de bekering. Wij kunnen niemand bekeren. Dat kan alleen de Heere bewerken. Maar wij kunnen het onze kinderen op hun hart drukken, zodat ze dit geweldige vredesaanbod niet zullen afwijzen!

En als tweede: het oprichten van gedenktekens

Wij mensen zijn vergeetachtig en onze kinderen zijn het ook. Daarom hebben we ‘gedenktekens’ nodig die onze kinderen op die Ene wijzen. Wij komen in de Bijbel heel veel van dergelijke ‘tekens’ tegen waar wij onze kinderen op kunnen wijzen.

In Stonehenge (Engeland) staan meerdere grote, ruwe stenen in een heel bijzondere formatie bij elkaar. Wetenschappers hebben zich er het hoofd over gebroken waarom deze stenen daar eeuwen geleden neergezet werden. Na lang gissen vermoedt men nu dat het gaat om een mythische plaats van de heidense religie van toen.

Bij geestelijke gedenktekens uit de Bijbel ligt dat heel anders: wij mogen een Boek bezitten dat alle ‘gedenkstenen’ voor ons ontcijfert en ons niet in het ongewisse laat. Het gaat erom deze kennis aan onze kinderen door te geven.

Jozua’s voorbeeld toont ons hoe belangrijk het is om de volgende generatie op dergelijke ‘gedenkstenen’ te wijzen, hun geloofsbeginselen in grootheid en liefde te leren omarmen en die dan uit te leggen.

‘… en Jozua zei tegen hen: Ga voor de ark van de Heere, uw God, uit naar het midden van de Jordaan. En laat ieder voor zich een steen op zijn schouder [1] heffen, volgens het aantal stammen van de Israëlieten, zodat dit een teken [2] is onder u. Wanneer uw kinderen morgen vragen zullen: Wat betekenen deze stenen voor u? dan moet u tegen hen zeggen [3] dat het water van de Jordaan werd afgesneden voor de ark van het verbond van de Heere … Daarom zullen deze stenen voor de Israëlieten tot een gedenkteken [4] zijn tot in eeuwigheid. Jozua 4:5-7

Hij zei tegen de Israëlieten: ‘Wanneer uw kinderen morgen aan hun vader vragen: Wat betekenen deze stenen? dan moet u uw kinderen laten weten: Op het droge stak Israël deze Jordaan over, want de Heere, uw God, heeft het water van de Jordaan voor uw ogen doen opdrogen, totdat u overgestoken was, zoals de Heere, uw God, met de Schelfzee gedaan heeft, die Hij voor onze ogen heeft doen opdrogen, totdat wij overgestoken waren, opdat alle volken van de aarde zouden weten dat de hand van de Heere sterk is; opdat u de Heere, uw God, alle dagen vreest’ (Joz. 4:21-24).

De Israëlieten konden het ‘steentje’ niet zomaar eventjes uit de rivierbedding optillen. Het waren grote rotsblokken, die op de schouders gedragen moesten worden. Het oprichten van geestelijke ‘gedenkstenen’ gaat gepaard met intensieve arbeid voor de ouders. Geloofsbeginselen moeten als zuilen in ons huis staan, zodat de kinderen tenminste op het idee kunnen komen om ernaar te vragen!

In die tijd was voor een niet-Israëliet het gedenkteken alleen maar een hoop stenen, want ze wisten niet waar het om ging. Maar de kinderen van de Israëlieten kenden de ware waarde van het teken wel. Als de inhoud van de leer niet wordt uitgelegd, zijn geloofsbeginselen voor onze kinderen niet te begrijpen. Leg aan uw kinderen de beginselen van Gods Woord uit, gooi ze niet gewoon naar hun hoofd.

Het was voor de Israëlieten niet alleen tijdens de inname van het land belangrijk wat er toen bij de Jordaan gebeurd was. Het moest één van de mijlpalen worden die het volk Israël ook eeuwen later nog zouden beïnvloeden. De kennis van Gods gedachten moet ook nu nog van generatie op generatie doorgegeven worden.

De Israëlieten kregen de opdracht om hun kinderen precies te vertellen wat er gebeurde nadat God het water had laten opdrogen. Wij moeten onze kinderen vertellen over ‘Gods sporen’ in ons leven en over onze ‘geloofsstappen’. Beantwoord de vraag van uw kinderen aan u: wat heeft dit of dat beginsel in uw leven bewerkt?

De heidenen konden het gedenkteken niet interpreteren, maar het getuigenis van Israël wél heel goed. Het doel van deze geestelijke gedenktekens is: evangelisatie en ware Godvrezendheid te bewerken bij onze kinderen.

Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en leergierig. Ze nemen hun omgeving met interesse in zich op en hebben daarbij talloze vragen. Hoe ouder ze worden, des te complexer wordt hun denken en des te moeilijker worden de vragen.

Geef de kinderen argumenten in handen, als het erom gaat waarom wij in een Schepper-God en niet in de oerknal geloven (een heel belangrijk gedenkteken). Misschien nemen ze genoegen met het antwoord dat het nu eenmaal zo is en daarmee is het af. Maar op school wordt de evolutieleer met dezelfde beslistheid onderwezen en als feit verkondigd. Houd u bewust met dit thema bezig. Beantwoord hun vragen; verbied ze niet. Soms lijkt een vraag bijna lasterlijk, maar neem het kind serieus en verklaar aan de hand van de Bijbel wat God leert. Als u het antwoord niet weet, vraag het kind om uitstel en zoek het zelf op in de Bijbel. Uw kind zal dit meer waarderen dan een lichtvaardig antwoord of een schouderophalen.

Jozua was het die aan het eind van zijn leven kon zeggen: ‘Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de Heere dienen!’ (Joz. 24:15).

P. König

Uit het boek ‘Licht in hun woningen