Een getuigenis uit Puerto Rico

Dit getuigenis hebben we ontvangen in 1974 van zuster G.B. Harrow uit Rio Piedras, die het ontving van een Amerikaan die ze had ontmoet in de staatsgevangenis.

 ‘Toen ik dertien jaar oud was, begon ik mijn misdadigersleven, tot groot verdriet van mijn familie. Ik ben nu tweeëndertig jaar en zit nog steeds in de gevangenis. Toen ik vijftien jaar jong was, begon ik met het gebruik van harddrugs, heroïne. Zo heb ik een lang leven van verslaving en misdaad geleid. Ik ben in elke gevangenis van New York Stad geweest. Ook ben ik in vele ziekenhuizen geweest om van de drugs af te komen, maar niets hielp. Ik bleef doorgaan met dit leven van misdaad en drugs. Vele malen probeerde ik mezelf te ontlopen. In oktober 1966 verliet ik New York en ging ik naar Californië, maar mijn drugsgewoonten en mijn misdadigersleven gingen met mij mee. Niet lang daarna – ik was een maand in Californië – werd ik gearresteerd. Ik keerde terug naar New York en opnieuw raakte ik verslaafd aan drugs en misdaad. Weer werd ik gegrepen en toen werd ik veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf in de Sing Sing staatsgevangenis, waar ik verbleef van april 1967 tot januari 1970. Op de een of ander manier bleef ik daarna elf maanden lang van de drugs af, maar in november 1970 keerde ik opnieuw terug naar drugs en misdaad. Mijn officier van de wacht heeft me erg geholpen, waardoor ik op erewoord werd ontslagen.

Mijn leven veranderde. Mijn gehele leven lang had ik nooit een Bijbel gelezen of Christus willen aannemen. Ik haatte God om wat Hij van mij gemaakt had. Herinnert u zich de knaap naast mij in de gevangenis? Deze Alex was heel oprecht over de Bijbel. Vele nachten probeerde hij mij te laten luisteren naar wat de Bijbel over God te zeggen had. We hadden de gewoonte om te praten over onze misdaden en waarom we ze hadden gedaan. Hij zei: ‘Joey, je hebt veel goeds in je. Op de een of andere dag zul je God aannemen en Jezus Christus in je hart laten’. Ik werd werkelijk boos op hem en sprak twee uur lang niet met hem. Ik was helemaal mezelf niet, want normaal gesproken probeerde ik juist met hem te praten, want hij was de enige daar die Engels sprak.

Toen heb ik u ontmoet. We hebben maar weinig met elkaar gesproken en u keek met ernstige ogen naar mij en zei: ‘Ik wist niet dat er hier ook Amerikanen waren. Ik zal u een paar boeken brengen in het Engels’. Wel, om de waarheid te zeggen, ik geloofde u niet. Ik zei tegen Alex: ‘Denk je dat ze het zal doen?’ Ik hoopte van wel en sprak er daarom met Alex over. Hij zei: ‘Ja’. Toen zei ik: ‘Die vrouw moet gek zijn; ze vertelde me dat ze al meer dan drieëntwintig jaar hier in de gevangenis komt. Wat ziet ze in mensen zoals wij?’ Alex haalde weer iets uit de Bijbel aan wat ook op u van toepassing was. Ik werd weer boos. Toen gaf de wacht mij een bundeltje boeken! Het eerste boek dat ik zag, was: ‘Losgeslagen’. Ik dacht: ‘Dat is precies wat je nodig hebt, zo’n boekje’. Het volgende was: ‘Gods guerrilla’s’. Dat legde ik aan de kant omdat het over God ging; ik was niet geïnteresseerd in boeken over God. Het volgende was: ‘Botsing’. Dat ging ook over God, dus legde ik het aan de kant. Ik begon met ‘Losgeslagen’. Ik las vier bladzijden en legde het weg terwijl ik naar het laatste boekje keek. Het was maar klein. De naam kwam recht op me af: ‘Goed nieuws voor een nieuw leven’. Ik zei: ‘Dat klinkt goed’. Ik begon het boekje te lezen. Toen ik me realiseerde dat ik zonder het te weten Markus en Mattheüs al had doorgelezen, stopte ik en zei ik: ‘Hoe bestaat het. Dat kan ik niet zijn. Ik ben bezig de Bijbel te lezen! Tweeëndertig jaar lang wist ik niet welke mooie dingen Jezus heeft gedaan. Wat heb ik al die tijd gedaan?’

Alex riep naar mij: ‘Joey, gaat het nog goed met je?’ Hij was een beetje bezorgd over mij omdat ik diabetes heb. Ik zou in een coma geraakt kunnen zijn zonder dat iemand er erg in had. Ik zei tegen hem: ‘Je zult me wel niet geloven, maar ik lees de Bijbel!’ Mijn gezicht straalde terwijl ik dit zei. Ik lees nog steeds de Bijbel. Het is het heerlijkste wat u voor mij hebt kunnen doen. Ik voel me nu vrij. Ik ben niet bang meer om naar de rechter te gaan, want ik zeg: ‘God zal met mij gaan en Hij zal mij voor gevaren bewaren’. Ik heb naar mijn familie thuis geschreven om met hen over Christus te spreken. Ik voel me werkelijk een volkomen nieuw persoon. Alex en ik hebben veel over de Bijbel gesproken, voordat hij naar een andere gevangenis werd overgebracht’.