Een geopende deur

‘Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die de sleutel van David heeft, Die opent en niemand zal sluiten, en Die sluit en niemand zal openen’ (Openb. 3:7). Christus zoekt niet naar kracht in de heiligen; Hij houdt Zelf de ‘sleutel’ in Zijn hand en dat is ons vertrouwen. Als de stormen zich verheffen in de landen om ons heen en als de prediking van het evangelie wordt verhinderd, welnu, het is allemaal in Zijn hand.

Als het mijn wens is dat het evangelie in een of ander land gebracht wordt en de hinderpalen tot verwezenlijking van die wens te veel en te groot schijnen, dan is het mijn troost te weten dat Christus de sleutel heeft en de hele Goddelijke kracht tot Zijn beschikking staat. Het is steeds zoals Hij zegt in Johannes 10: ‘Hem doet de deurwachter open’ (vs. 3), zodat niemand Zijn getuigenis kan verhinderen als de Heer Jezus Zichzelf vertoont, zoals in de Evangeliën. Al de machten van de aarde –  de farizeeën, de wetgeleerden, de overpriesters, de stadhouders, de Pilatussen en de Herodussen (die vossen) – konden geen enkel schaap verhinderen om de stem van de goede Herder te horen in Zijn dagen hier op aarde. Dit is nu nog zo, want ‘Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid’ (Hebr. 13:8).

Dit is ons vertrouwen bij de prediking van het evangelie, want ondanks alle vrijheid die wij in dit bevoorrechte land genieten, zou ik in geen enkel jaar op resultaat kunnen rekenen als ik niet de belofte had: ‘Ik heb een geopende deur voor u gegeven, die niemand kan sluiten’ (Openb. 3:8). Ik zou ook onbevreesd naar elk land kunnen gaan, hoe de uitwendige omstandigheden ook zijn, als ik zag dat de Heer een geopende deur voor mij had gegeven.

Zeker, wij moeten de tijd van de Heer afwachten voor het openen van de deur, zoals wij in de geschiedenis van de apostel Paulus zien. Hij werd eerst verhinderd om het Woord in Azië te spreken en daarna vinden wij hem meer dan twee jaar daar werkzaam. De Heer zegent zijn werk daar, zodat geheel Azië, waarvan Efeze de hoofdstad was, het Woord van God hoorde.

Wij moeten er tevreden mee zijn om in het geloof te leunen op de arm van Hem Die de sleutel in Zijn hand houdt en we moeten volharden, want er zullen zich steeds omstandigheden voordoen om ons geloof te beproeven. God zal deze omstandigheden toelaten om ons te laten zien dat wij het zonder Hem niet doen kunnen. Dan ondervinden wij dat God onze zwakheid te hulp komt naar Zijn eigen sterkte, daar Hij onmogelijk anders doen kan dan het geloof belonen dat Hij Zelf gegeven heeft.

‘Ik heb een geopende deur voor u gegeven, die niemand kan sluiten’. Dit woord, ‘die niemand kan sluiten’, heeft mij vaak veel vertrouwen geschonken. Het is zo’n heerlijke troost: als Christus een deur geopend heeft, kan niemand – geen mens en geen duivel – die deur sluiten. Hoewel wij zelf geen kracht hebben, zelfs niet om de deur open te doen, is die deur toch voor ons geopend. De Gemeente is zwak, zó zwak als zij maar zijn kan. Wij hebben weinig geloof. Maar God toont ons Zijn kracht en geeft ons een geopende deur.

J.N. Darby