De verwachting van het zoonschap

‘Ook wijzelf zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam’ (Rom. 8:23).

Christus was ‘verklaard als Gods Zoon in kracht … door [de] opstanding van [de] doden’ (Rom. 1:4). Zo zijn wij tot zonen verklaard en wachten wij op de opwekking van ons lichaam door Christus. Wij moeten nooit het zuchten waarover hier gesproken wordt, verwarren met het zuchten van de ziel naar haar eigen verlossing, want die hebben wij al; maar de ‘verlossing van ons lichaam’ is onze hoop, want Christus is ons geworden: wijsheid, gerechtigheid, heiligheid en verlossing (1 Kor. 1:30). De verlossing komt het laatst en omvat in zichzelf alles en niet alleen de ziel.

Als mensen over hoop spreken, is er altijd onzekerheid aan verbonden. Iemand kan bijvoorbeeld vragen: verwacht je dit of dat? Het antwoord luidt dan: ik hoop het – en dit impliceert een bepaalde onzekerheid of het werkelijkheid zal worden. Dit kan nooit het geval zijn met betrekking tot onze hoop, want als God het gezegd heeft, kan er nooit onzekerheid over bestaan.

Het volledige resultaat is verlossing; ik heb er nu alleen het onderpand van. Ik moet er geduldig op wachten. Abraham had geen plaats waar hij zijn voet kon neerzetten, hoewel God hem het hele land gegeven had: ‘Hij verwachtte de stad’ (Hebr. 11:10). Als de hoop gevestigd is, gaan wij vandaag rustig door, in de verwachting van Zijn komst. De Heilige Geest heeft ons hart op deze hoop gericht en wij wachten erop.

Terwijl wij zuchten, zucht ook de Heilige Geest Zelf, dus hoewel het een zuchtende schepping is, is dat niet alles. Als u zucht, is uw zuchten in overeenstemming met God en het is even Goddelijk als uw hoop, hoewel op een andere manier. Maar zoals de Zoon Mens geworden is en als Mens op aarde deze gevoelens kende, zo woont de Heilige Geest in mij; dit zuchten is kostbaar, omdat hierin de nadrukkelijke tussenkomst van de Heilige Geest is. ‘En Hij Die de harten doorzoekt, weet, wat de bedoeling van de Geest is’ (Rom. 8:27), dus als God mijn hart doorzoekt, vindt Hij daar de Heilige Geest.