De uitstorting van de Heilige Geest

De uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag was de vervulling van de belofte van de Heer Jezus aan Zijn discipelen. Wat er gebeurd is op de avond van de dag van de opstanding van de Heer, was niet de vervulling van die belofte, want bij Zijn hemelvaart heeft de Heer Zijn belofte, in Johannes 14 gegeven, herhaald. Hij zei toen tot de Zijnen: ‘Maar u zult kracht ontvangen, als de Heilige Geest over u komt, en u zult Mijn getuigen zijn’ (Hand. 1:8). Enkele verzen hiervoor had Hij hun bevel gegeven om zich niet van Jeruzalem te verwijderen totdat de Belofte van de Vader gekomen zou zijn (zie Hand. 1:4-5).

Toen de Heer Jezus aan de avond van de dag van Zijn opstanding in het midden van Zijn discipelen verscheen, blies Hij in hen en zei Hij: ‘Ontvang [de] Heilige Geest’ (Joh. 20:22). Dit was de mededeling van de Geest, als het leven van de opstanding. Net zoals God na de schepping van de eerste mens de ‘adem des levens’ in zijn neusgaten blies, zodat hij een levende ziel werd, zo deelde het Hoofd van de nieuwe schepping de Zijnen het leven en de onverderfelijkheid mee, zodra Hij uit de doden was opgestaan en als het tarwegraan vrucht gedragen had.

Op de Pinksterdag, tien dagen na de hemelvaart van de Heer Jezus, werd de belofte van de Heer vervuld en daalde de Heilige Geest, door de verheerlijkte Heer gezonden, uit de hemel neer en maakte Hij woning in de discipelen. Naar het woord van de apostel werden hun lichamen gemaakt tot een tempel van de Heilige Geest en werden zij allen door één Geest tot één lichaam gedoopt (1 Kor. 6:19; 1 Kor. 12:13).

Die Heilige Geest was de Plaatsvervanger van de Heer Jezus op aarde. Als zodanig had de Heer Hem beloofd: ‘En Ik zal de Vader vragen en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u is tot in eeuwigheid: de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn’ (Joh. 14:16-17). Tot op de komst van die Trooster waren de discipelen alleen en daarom mochten zij zich niet van Jeruzalem verwijderen, maar moesten ze daar wachten totdat Hij door de Vader tot hen zou gezonden worden. Toen Hij gekomen was, waren zij geen wezen, geen verlatenen meer.

De Heer Jezus was door de Heilige Geest tot de Zijnen gekomen, zoals Hij beloofd had: ‘Ik zal u geen wezen laten, Ik kom tot u’ (Joh. 14:18). Dit bleek duidelijk toen de Heilige Geest gekomen was. Dezelfde mannen die bij de gevangenneming van de Heer Jezus op de vlucht geslagen waren en die na de opstanding van de Heer uit de doden uit vrees voor de Joden de deuren van de zaal waar zij vergaderd waren, gesloten hadden, stonden nu onvervaard, vol moed en kracht, te midden van de vijandige en spottende Joden.

Zij predikten vol heilige geestdrift het heerlijke evangelie van Gods genade in Christus Jezus en mochten de vreugde smaken diezelfde dag drieduizend kostbare zielen te brengen aan de voet van het kruis (Hand. 2:41). Van toen af ging die zegen als een stroom over alle landen van de aarde, zodat de apostel Paulus aan het eind van de Brief aan de Romeinen kon getuigen dat het evangelie van Jezus Christus onder al de volken bekend was gemaakt.

De Heilige Geest zou de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel (Joh. 16:8), want de wereld had niet in de Heer ­Jezus geloofd, maar Hem verworpen en gedood. God had Hem evenwel uit de doden opgewekt en aan Zijn rechterhand verheven en daarna de Heilige Geest op aarde gezonden, zodat de tegenwoordigheid van de Heilige Geest op aarde het bewijs is dat de wereld de Heer Jezus heeft verworpen. Ook bewijst dit dat God rechtvaardig is, omdat Hij de door de wereld verworpenen in Zijn heerlijkheid opneemt en dat weldra het oordeel over de wereld komen zal, omdat de overste van deze wereld geoordeeld is.

Ernstige waarheid voor allen die tot de wereld behoren! De tegenwoordigheid van de Heilige Geest op aarde is voor hen het bewijs dat zij eenmaal door God ter verantwoording zullen worden geroepen voor de moord op Zijn geliefde Zoon. Als u Hem nog niet hebt aangenomen, denk dan hier goed over na, erken uw schuld en neem de toevlucht tot de genade van God, die nog aan alle zondaren vergeving van zonden door het geloof in Jezus Christus aanbiedt.

Voor de gelovigen in de Heer Jezus is de Heilige Geest hun Trooster en Leidsman door deze wereld naar het Vaderhuis daarboven. Zoals Eliëzer, Abrahams knecht, Rebekka uit Mesopotamië tot Izak leidde, zo leidt de Heilige Geest de bruid van Christus door deze wereld tot haar hemelse Bruidegom. De Heer Jezus zal uit de hemel neerdalen en Zijn bruid tot Zich nemen in de lucht, opdat zij voor eeuwig daar zal zijn waar Hij is.

Op die reis getuigt de Heilige Geest van de heerlijkheid van de Bruidegom, van Zijn liefde en macht, van Zijn genade en schoonheid, ja van alles wat de Heer Jezus deed tot verlossing, heiliging en verheerlijking van Zijn bruid, van al Zijn trouwe zorgen voor de Zijnen, nu in de hemel, waar Hij leeft om voor hen te bidden. Hij schenkt haar vrede en blijdschap, vrijmoedigheid en kracht, licht en wijsheid, met andere woorden: alles wat zij nodig heeft in deze moeitevolle en gevaarlijke wereld en Hij verlaat haar nooit één ogenblik.

Door die Heilige Geest hebben allen die in de Heer Jezus geloven, het bewustzijn van de vergeving van hun zonden, want de Heilige Geest getuigt het ons dat de Heer onze zonden en wetteloosheden geenszins meer gedenken zal (Hebr. 10:17). Door die Heilige Geest weten zij dat zij kinderen van God zijn geworden. Door Hem roepen zij: ‘Abba, Vader’. ‘De Geest Zelf getuigt met onze geest, dat wij kinderen van God zijn’, zegt de apostel Paulus in Romeinen 8:16. Door die Heilige Geest gaan zij als priesters het hemels heiligdom binnen en brengen zij daar de offers van lof en dank. En door die Heilige Geest roepen zij met verlangende harten: ‘Kom, Heer Jezus, ja, kom haastig!’

Gelukkig allen die de Heilige Geest bezitten en zich door Hem steeds laten leiden en besturen!

H.C. Voorhoeve