De Hebreeuwse Knecht

‘Als de slaaf nadrukkelijk zegt: Ik heb mijn meester, mijn vrouw en mijn kinderen lief, ik wil niet als vrij man vertrekken, dan moet zijn meester hem bij de rechters brengen. Hij moet hem bij de deur of de deurpost brengen. Zijn meester moet dan met een priem zijn oor doorboren. Zo zal hij hem voor eeuwig dienen’ (Ex. 21:5-6).

Hier vinden we een voorafschaduwing of beeld van de ware Dienst­knecht, de Heer Jezus Christus, de Gezegende Die de Gemeente heeft liefgehad en Zichzelf voor haar heeft overgegeven. De Hebreeuwse slaaf had de wettelijke tijd gediend en was volkomen vrij om te vertrekken, maar hij had zo’n grote liefde voor zijn vrouw en zijn kinderen dat hij bereid was ter wille van hen zijn eigen persoonlijke vrijheid op te geven. Hij bewees zijn liefde voor hen door zichzelf op te offeren.

Hij had weg kunnen gaan om van zijn vrijheid te genieten, maar wat zou er van hen worden? Hoe kon hij hen achterlaten? Onmogelijk! Daarvoor hield hij te veel van hen en daarom liep hij vrijwillig naar de deurpost en daar, in aanwezigheid van de rechters, liet hij zijn oor doorboren als teken van eeuwigdurende dienst. Dit was ware liefde. Steeds wanneer de vrouw en kinderen van die slaaf naar dat doorboorde oor keken, lazen zij daarin het ontroerende en krachtige bewijs van de liefde van zijn hart.

Wij zien hierin de eeuwigdurende liefde van Hem Die ons liefheeft: Jezus, de ware Dienstknecht. Dit doet ons denken aan de opmerkelijke gebeur­tenis in het leven van onze Heer toen Hij Zijn discipelen het ernstige feit voorhield van Zijn naderende kruis: ‘en Petrus nam Hem terzijde en begon Hem te bestraffen’ (zie Mark. 8:32). Petrus zou de ware Dienstknecht hebben tegengehouden in Zijn gaan naar de deurpost. Als het aan Petrus lag, zou Hij medelijden hebben met Zichzelf en Zijn persoonlijke vrijheid willen behouden. Maar de Heer Jezus keerde Zich om en keek naar Zijn discipelen, alsof Hij wilde zeggen: als Ik naar jouw raad luister, als Ik me terugtrek van het kruis dat voor Mij ligt, wat moet er dan van Mijn discipelen worden? Het is de Hebreeuwse slaaf die zegt: ‘Ik heb mijn vrouw en mijn kinderen lief, ik wil niet als vrij man vertrekken’.

C.H. Mackintosh