Blijf in Mij en Ik in u

‘Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft. … wie in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen’ (Joh. 15:4-5).

Wat bedoelt de Heer met Zijn woorden: ‘Blijf in Mij’? Impliceren ze niet dat wij zo dicht bij Christus wandelen dat onze ziel zich verheugt in al Zijn lieflijkheid? Veronderstelt het blijven in Christus niet een hart dat gemeenschap heeft met Christus, dat zich erin verheugt om op Hem te vertrouwen en van Hem te leren? En boven alles: impliceert in Christus blijven niet een leven dat geleefd wordt onder de invloed van Zijn aanwezigheid, verwerkelijkt in geloof? Als wij wandelen in het besef dat Hij naar onze woorden luistert, dat Hij onze daden ziet en dat Hij onze gedachten kent, wandelen wij onder de gezegende invloed van Zijn aanwezigheid en blijven wij in Hem.

Als wij in Christus blijven, zullen wij vrucht dragen. De vrucht waarover de Heer spreekt, is het voortbrengen van Zijn eigen karakter in het leven van gelovigen. Zelfs het meest geringe vertoon van de deugden van Christus stijgt op als vrucht naar de Vader en gaat uit als getuigenis naar de wereld. Dit is het grote doel waarvoor wij in deze donkere wereld zijn gelaten – om als lichten te schijnen door iets te vertonen van de prachtige natuur van Christus. We zullen nooit het karakter van Christus vertonen door eenvoudig te proberen om net zo te zijn als Hij. Als wij echter Zijn gezelschap zoeken en onder Zijn invloed komen door in Hem te blijven, zullen wij naar Zijn beeld veranderd worden van heerlijkheid tot heerlijkheid (2 Kor. 3:18).

Wij kunnen begaafd zijn en alle kennis en ijver bezitten, maar het blijft waar dat wij zonder Christus helemaal niets kunnen doen. Gave en kennis en ijver zijn geen kracht. Ze zullen ons niet in staat stellen om het vlees te overwinnen, de wereld af te wijzen en te ontkomen aan de strikken van de duivel. Als wij dus zonder Christus niets kunnen doen, laat het dan ons verlangen zijn om in Hem te blijven en laten we het niet wagen om maar een dag te leven of een enkele stap te zetten zonder Hem.

H. Smith