Anderen heeft Hij verlost

Toen de Heer Jezus aan het kruis hing, spotten de hogepriester met de Schriftgeleerden en de oudsten en zeiden ze: ‘Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen’ (Matth. 27:42; Mark. 15:31).

Ja, anderen heeft onze Heiland verlost. Velen heeft Hij tijdens Zijn openbare bediening verlost, toen Hij hun ziekten en gebreken genas en Zich om de redding van hun ziel bekommerde. Niemand die in geloof tot Hem kwam, heeft Hij Zijn hulp geweigerd. ‘En wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen’ was het principe van Zijn bediening (Joh. 6:37).

Zichzelf kan Hij niet verlossen. De macht daarvoor had Hij natuurlijk zeker gehad en ook het recht daartoe, want op grond van Zijn volkomen leven en de waardigheid van Zijn Persoon had Hij op elk moment naar de hemel kunnen terugkeren. Als volkomen Dienstknecht had Hij zonder meer vrijuit kunnen gaan (Ex. 21:5). Hij had ook gehoor kunnen geven aan de spottende opdracht en van het kruis af kunnen komen (Matth. 27:40,42; Mark. 15:30,32). Maar dat kon en wilde Hij niet doen.

Nee, Zichzelf kon Hij niet verlossen. Daarvoor was Hij immers in de wereld gekomen, om aan het kruis te sterven en het werk van de verlossing te volbrengen. Tot aan het einde was het Zijn voedsel om de wil te doen van Hem Die Hem gezonden had en Zijn werk te volbrengen (Joh. 4:34). Hij moest in de handen van zondige mensen overgeleverd en gekruisigd worden (Luk. 24:7). Hij moest ook lijden en sterven (Luk. 24:26,46). De ware tarwekorrel moest in de aarde vallen en sterven om veel vrucht voort te brengen (Joh. 12:24). Als Hij Zichzelf verlost had, dan had Hij ons niet kunnen redden. En juist doordat Hij Zichzelf niet kon verlossen, werd Hij de Heiland (Redder) van de wereld (Joh. 4:42; 1 Joh. 4:14).

Ja, wij kunnen met diepe dankbaarheid zeggen: ons heeft Hij verlost, Zichzelf kon Hij niet verlossen. Wonderbare zekerheid voor degenen die deze grote Redder persoonlijk kennen!

Maar hoe groot onze persoonlijke redding ook is, de uitwerkingen van Zijn werk zijn nog veel groter en omvangrijker. Wij zullen nooit meer vergeten dat Hij Zichzelf niet kon verlossen…

  • omdat Hij u en mij wilde redden;
  • omdat Hij het probleem van de zonde en de zonden voor eens en altijd opgelost heeft;
  • omdat Hij de macht van de satan tenietgedaan heeft;
  • omdat Hij de eer van God weer hersteld heeft en aan Zijn heilige en rechtvaardige eis wilde voldoen;
  • omdat Hij God volledig geopenbaard heeft en wilde verheerlijken;
  • omdat Hij ons een plaats in het Vaderhuis wilde geven;
  • omdat Hij een basis wilde leggen waarop God in eeuwigheid relatie met Zijn kinderen kon hebben.

Tot in alle eeuwigheid zullen wij Hem dank en aanbidding brengen dat Hij anderen verlost heeft, maar Zichzelf niet verlost heeft!

Opmerking: er staat in Mattheüs 27:42 niet: ‘Allen heeft Hij verlost’. Er staat: ‘Anderen heeft Hij verlost’. Behoort u tot deze ‘anderen’?

Daniel Melui