Lied 210
1 U bent de bron van licht en leven,
bron van gena voor wie gelooft;
U wilt geluk en vrede geven,
al wat uw woord ons heeft beloofd.
2 U bent de bron van liefde en zegen,
die in het heiligdom ontspringt;
zalig is hij die op zijn wegen,
ja, eeuwig van uw volheid drinkt.
3 Zalig is hij die bij die stromen
staand’ als een boom door U geplant,
tot frisse groei en bloei mag komen
bij deze bron die nooit verzandt.
4 Zo brengt hij vruchten voort van waarde,
groeit in het licht van de eeuw’ge zon;
zalig is hij die reeds op aarde
drinkt uit die held’re liefdebron.