201. Eeuwige Zoon, door eng’len aangebeden.

Lied 201
1 Eeuwige Zoon, door eng’len aangebeden,
U bent het beeld van al Gods heerlijkheid.
Uw naam zij d’ eer! Tot in all’ eeuwigheden
zal elk zich buigen voor uw majesteit.

2 U kwam op aard’, o ’s Vaders Veelgeliefde,
en U alleen gaf God volkomen de eer;
zijn heiligheid, gerechtigheid en liefde
hebt U aan ’t kruis volmaakt verheerlijkt Heer.

3 Daarom heeft God U op het hoogst verheven
en U gekroond met heerlijkheid en eer.
Zo zien wij U, met majesteit omgeven,
U, Zoon des mensen, opgestane Heer!

4 U zij de lof! U stierf na zoveel lijden;
daar doet uw kroon ons ook aan denken, Heer!
Straks zullen we U de eeuw’ge lofzang wijden
en werpen we onze kronen voor U neer.