Lied 151
Waar ’t wenend oog op Jezus ziet,
daar vindt het in zijn felst verdriet
steeds troost, en redding tevens.
Hij, helper uit de grootste nood,
breekt zelfs de banden van de dood,
zijn naam is: vorst des levens.
Loof Hem, mijn stem,
met uw klanken, die Hem danken;
Hem, de Here,
zij in eeuwigheid al de ere.