Lied 150
1 Wie kan uw vaderzorgen
naar waarde roemen, Heer?
In gunst ziet Ge elke morgen
op al uw kind’ren neer.
Gij steunt de wank’le schrede,
en draagt ons met geduld,
en wilt, dat steeds uw vrede
ons hart geheel vervult.
2 Wij mogen op U bouwen,
door Jezus, onze Heer.
’t Geloof mag U aanschouwen,
Gij mint ons eind’loos teer.
Gij zult ons trouw bewaren
te midden van de strijd.
Wij zullen steeds ervaren,
dat ons uw hand geleidt.
3 Uw doen is steeds gezegend,
al schijnt het soms ook hard;
uw blik vol troost bejegent
wie neerbuigt onder smart.
Wel ons, wij zijn geborgen,
daar ons uw trouw behoedt;
Ge ontneemt ons alle zorgen,
Gij maakt het altijd goed.