Lied 132
1 Dierb’re Jezus, U te kennen
is mij meer dan alles waard;
aan uw wegen te gewennen
geeft alleen mij rust op aard’.
Alles heeft zijn glans verloren:
rijkdom, macht en roem en eer.
U alleen heb ik verkoren:
‘k heb aan U genoeg, o Heer.
2 Als ‘k uw schoonheid mag aanschouwen,
U mij wordt nabij gebracht,
en mijn hart met vast vertrouwen
wordt vervuld door uwe macht, –
dan moet alles wel verdwijnen
bij die allergrootste schat;
dan moet alles ijdel schijnen,
wat de wereld schoons bevat.
3 Ja, ’t is alles gans begeerlijk,
wat mijn ziele bij U vindt.
Trouwe Jezus, wat is ’t heerlijk,
U te kennen als mijn vrind.
Met mijn noden, zonder schromen,
met mijn zorgen, moeite en strijd,
kinderlijk tot U te komen,
dat geeft vrede en zaligheid.