Lied 108
1 U, Heer Jezus, brengen wij hier ere,
wij, uw dierbaar eigendom;
stemmen in met ’t lofgezang U, Here,
toegebracht in ’t heiligdom.
Door uw bloed woudt Gij ons Gode kopen,
door de Geest ons tot een lichaam dopen;
rust en vree genieten wij,
onze vreugde, Heer, zijt Gij.
2 Dierb’re Jezus, eerst’ling uit de doden,
reeds hebt Gij de kroon voor ’t kruis;
o, verlos ook ons uit alle noden,
voer ons in het Vaderhuis.
En tot onze vreugde, Heer, verschenen,
zult Ge ons allen daar met U verenen,
waar wij, vrij van zonde en strijd,
rusten in uw heerlijkheid.
3 Kom, Heer Jezus, nog zijn wij gescheiden;
kom, zo roepen Geest en bruid.
Zoals zij, die zuchtend ’t licht verbeiden,
zien wij naar uw toekomst uit.
Laat ons aan uw hart, o Heiland, rusten,
in uw heil voor eeuwig ons verlusten,
en toon ons uw aangezicht,
gans bestraald door hemels licht.