Lied 103
1 U, Jezus, prijzen wij te zaam,
en loven hier uw heil’ge naam;
U, die als Heer der heerlijkheid
in ’s Vaders troon gezeten zijt.
2 Uw werk, o Heiland, is volbracht,
U hebt verbroken ’s vijands macht;
uw bloed heeft ons verzoend met God,
hoe heerlijk is dan nu ons lot.
3 Aan U behoren wij geheel,
U gaf ons, Here, met U deel
aan ’t erfgoed, dat U ons verwierf,
toen U voor ons de kruisdood stierf.
4 U hebt, o Heer der heerlijkheid,
ons bij de Vader plaats bereid.
Geef ons dan lust en moed en kracht,
om U te volgen dag en nacht.
5 O, sla in deez’ woestijn ons ga,
vervul ons, Heer, met uw gena,
opdat wij in de goede strijd,
verwinnen zullen t’ allen tijd’.