Zwoegen zonder de Meester
‘… kwam Hij omstreeks de vierde nachtwaak tot hen, wandelend op de zee’ (Mark. 6:48b).
Sommigen van de discipelen waren ervaren vissers. Ze hadden vele stormen op deze binnenzee meegemaakt wanneer ze visten voor hun levensonderhoud. Dit is een beeld van ons leven op aarde. In wat een dilemma bevonden de volgelingen van de Heere Jezus zich! De Heere Zelf had hen gedwongen om aan boord van het schip te gaan en naar de overkant te varen. Hijzelf ging naar de berg om te bidden.
Alleen, zonder hun Meester bij hen in de boot zwoegden ze de hele nacht. De wind en de golven waren tegen en Hij Die het wonder had verricht van de spijziging van de vijfduizend, was afwezig. In Markus 4:37 lezen we dat ze zich op hetzelfde meer bevonden in een storm die mogelijk nog heviger was. Die keer sloeg het water in het schip, zodat het bijna zonk.
Maar toen lag de Heere bij hen te slapen in het schip. Ze maakten Hem wakker en Hij beval de wind en de zee stil te zijn. Ondanks hun ongeloof rekende onze Heiland af met de omstandigheden. In de gebeurtenis van Markus 6 lezen we niet over water in het schip.
Vaak als wij bang zijn voor de golven en de wind die tegen zijn, denken we dat we zullen vergaan, maar dan horen we Zijn lieflijke stem: ‘Wees welgemoed, Ik ben het, vrees niet!’ (vs. 50). Hebt u Hem weleens herkend toen het roeien zwaar ging? Het is Zijn verlangen om Zichzelf aan u te openbaren, zodat u Hem beter leert kennen. In het donkerst van de nacht, omstreeks de vierde nachtwaak, wil Hij u bemoedigen.
Het is de Heere Die altijd voor ons bidt en de apostel Paulus schrijft aan de gelovigen in Thessalonika dat de Heere Zelf zal komen (1 Thess. 4:16). Eeuwen geleden kon Job te midden van al zijn beproevingen zeggen: ‘Ik zelf zal Hem aanschouwen’ (Job 19:27). Nu zien wij Hem met het oog van het geloof (Hebr. 2:9).
Klaas Rot