Voed je met Christus en niet met de wereld!

Onze ziel moet zich voeden met de Persoon van Christus. We moeten vertrouwd zijn met de Persoon van de Heer. Dat is alleen mogelijk als we steeds meer over Zijn gezegende Persoon leren en gemeenschap met Hem hebben in en door Zijn Woord. Alleen dan kunnen wij ons werkelijk voeden met het dankoffer en werkelijk genieten van de liefde van Christus, de beweegborst. Dan beseffen we dat we gedragen worden op de schouder die ons nooit zal laten vallen. Geve de Heer ons dat wij ons steeds voeden met ons deel als priesters.

Als wij dat meer deden, zou er geen vreemd vuur aan God geofferd worden en zouden we niet onze toevlucht zoeken bij de pleziertjes van de wereld. Hoe vaak zoeken Gods geliefde kinderen, vooral jonge Christenen, die niet? Hoe vaak zeggen ze niet: ‘We hebben toch ook wat ontspanning nodig?’ – alsof de dingen van Christus geen vreugde en ontspanning brengen.

Het leven is te kort en te vluchtig om van iets anders te genieten dan Christus. Het is verspilling om een deel van ons leven te besteden aan dingen die ons totaal ongeschikt maken om te genieten van de betere dingen. Is dat niet het geval als wij naar de wereldse dingen verlangen, net als de Israëlieten in de woestijn? Ze dachten alleen maar aan alles wat er in Egypte was achtergelaten – de prei, de uien, de knoflook en de vleespotten.

Ze hadden genoeg van het manna en noemden het ‘dit waardeloze brood’ (Num. 21:5). Er was één ding dat ze niet noemden bij hun op­somming: de slavernij in Egypte. Mozes achtte de smaad van Christus groter rijkdom dan de schatten van Egypte, de pleziertjes van de wereld (Hebr. 11:26). Wanneer mensen denken aan de pleziertjes van de wereld, vergeten ze dat ze ontrukt zijn aan het oordeel over de wereld. Ze vergeten het verschrikkelijke gekreun, de wrede slavernij van de zonde. Satan laat hen dat vergeten, zodat ze zich alleen de prettige dingen herinneren.

Ik wil u het tegendeel voorhouden. Wanneer wij ons de slavernij her­inneren, de verschrikkelijke angst, de ontzetting en bezorgdheid, dan ver­geten wij de pleziertjes van de wereld. Laten we blijven beseffen: ‘Wie dus een vriend van de wereld wil zijn, betoont zich een vijand van God’ (Jak. 4:4).

Als jonge Christenen hun weg zoeken en het beste uit hun leven willen halen, laten zij dan onthouden dat je het beste van het leven kunt maken door het beste te maken van Christus. Dat wil zeggen dat je de Heer hebt, Zijn borst en schouder. Wanneer je van Zijn liefde en kracht geniet, ben je gelukkig. Niets anders kan vervulling bieden.

S. Ridout