Verbazingwekkend wonder: de blauwe vinvis

Ik ben de grootste onder alle 80 walvissoorten. Mijn lichaamsgewicht overtreft diverse keren dat van de grootste dinosaurussen. Ik ben dus het grootste dier dat ooit op aarde leefde. Om mijn gewicht van zo’n 140.000 kg te evenaren zou een kudde van 28 olifanten of 170 stieren nodig zijn. Zou je een mensenmassa tegen mij opwegen, dan zou je 2000 personen nodig hebben. Als je mij met het kleinste zoogdier – de wimperspitsmuis – vergelijkt, dan verschillen wij een factor van 70 miljoen!

Ook met mijn lengte kan ik je verbazen. Met 33 meter ben ik het langste levende wezen. Ik overtref met gemak een colonne van vier autobussen. Als je van getallen houdt, dan kan ik je nog een paar opvallende feiten geven: mijn skelet weegt 22 ton en mijn spek zelfs 25 ton. Verder bestaat mijn lichaam uit 50 ton vlees. Mijn tong is zo zwaar als een olifant. Mijn hart bereikt met een doorsnee van 1,2 m het gewicht van een paard en pompt voortdurend de reusachtige hoeveelheid van 10.000 liter bloed door mijn lichaam. Mijn hoofdslagader is een slang met een doorsnee van meer dan 50 cm. Mijn lever weegt een ton en er zit ook voor een ton aan voedsel in mijn maag. Mijn nieren wegen zo zwaar als een stier.

Je denkt misschien dat ik een slome berg vlees en spek ben? Oordeel niet te vroeg! Ik kan moeiteloos tot 200 m diep duiken en blijf probleemloos op koers, ook bij sterke stromingen. Ik kan aan de oppervlakte zwemmen en mij zo met 28 km/u voortbewegen. Daarvoor moet mijn aandrijving 864 kW (=1175 pk) ontwikkelen, waarvoor per minuut 20.000 liter zuurstof nodig is. Zwem ik met dezelfde snelheid onder water dan gebruikt mijn aandrijving maar 124 kW (=168 pk) en 1850 liter zuurstof. Mijn longen hebben een volume van 3000 liter; dat komt overeen met de vulling van 750 ballonnen.

Mijn walvisstaart is een hoog rendement-motor: je zou ook gefascineerd mogen zijn van mijn reusachtige staartvin, de ‘walvisstaart’. In tegenstelling tot de staartvin van de vissen staat deze bij ons horizontaal. Jullie wetenschappers die in evolutie geloven, hebben gesuggereerd dat onze staartvin is gevormd ter vervanging van de verschrompelde achterpoten van onze, volgens hen, ooit op het land levende voorouders. De werkelijke reden is echter een andere: de Schepper heeft onze walvisstaart horizontaal geplaatst. Want dat is vanwege stromingsdynamica tijdens het frequente op en neer duiken veel praktischer dan een rechtopstaande staart. Als ik naar beneden wil duiken, dan sla ik eenvoudig de staart naar beneden, in het andere geval naar boven.

M’n walvisstaart vormt een vlak van tien vierkante meter en is op een uiterst gecompliceerde manier gemaakt, zodat zijn taken probleemloos kunnen worden uitgevoerd. Mijn walvisstaart zorgt voor de aandrijving en verder benut ik hem als stabilisator en roer. De aandrijving voer ik uit met een soort draaibeweging van mijn staart, waarvan de as in het verlengde van de wervelkolom ligt. Mijn staart kan weliswaar geen volledige cirkel beschrijven, zoals een scheepsschroef, maar draait telkens een deel van de cirkel heen en weer. Zo is het werkingsprincipe wél te vergelijken met de scheepsschroef.

Bij mijn wereldwijde omzwervingen kan ik makkelijk een kruissnelheid van 35 km/u volhouden. Af en toe kan ik mijn reusachtig lichaam tot 50 km/u versnellen. Onze lichaamsvorm en huid zijn zo gevormd, dat wij ons met maximaal rendement kunnen voortbewegen.

Als jullie stromingsdeskundigen een model van ons lichaam vervaardigen en dat met hetzelfde vermogen zouden aandrijven als onze spieren leveren, dan zouden wij toch nog aanzienlijk sneller vooruitkomen. Want de Schepper heeft ons met een bijzondere huid uitgerust die ons helpt energie te besparen. Deze huid stelt ons in staat de turbulenties te reduceren van het water dat langs ons heen stroomt, en om te zetten in een laminaire stroming (een parallelle stroming, dus met minder weerstand). Dat gebeurt onder andere door de zeer soepele huid, die een deel van de turbulentie energie van het water onschadelijk maakt en over het hele lichaam de waterwerveling dicht bij de huid dempt.

Volbrengt de Schepper niet telkens opnieuw een wonder bij ieder van ons? Wij zijn evenals een muis of een mens uit een microscopisch klein eitje ontstaan.

En weet je? Diezelfde God stuurt de mens een goed bericht: ‘Ik heb een plan voor jou! Ik houd van jou! Ga Mij niet langer uit de weg. Ik bied je een kans om Mij persoonlijk te leren kennen en Ik wil je graag het eeuwige leven geven!’

Dat is geen loze belofte. Om deze belofte te kunnen geven, moest God Zijn Zoon opofferen. Hij moest Hem overgeven aan gewone mensen die Hem mishandelden en levend aan een kruis spijkerden. Daar stierf Hij in onze plaats. Jezus Christus was bereid dit grote offer te brengen, omdat Hij wist dat Hij – en alleen Hij – ons daarmee van de eeuwige verlorenheid kon redden. Het was Gods plan om de Heere Jezus plaatsvervangend te straffen voor alle slechte gedachten, plannen en daden van de mensen en voor hun onverschilligheid ten opzichte van God. God is niet bereid al het kwade maar stilletjes te tolereren. Hij laat niet alles ongestraft doorgaan! Schuld wordt in ieder geval bestraft, want het is bepaald dat alle mensen een keer sterven, en daarna…. komt het oordeel! Lees het maar na in de Bijbel (Hebreeën 9:27). Voor hen die in de Heer Jezus geloven, beschouwt God de straf als voltrokken. God roept ons toe: ‘Geloof in de Heere Jezus en u zult behouden worden’ (Handelingen 16:31). Wij raden je aan dat te geloven en het aanbod van God aan te nemen! Hij heeft je gemaakt, Hij houdt van je, Hij wil je redden. Dat is het grootste wonder!

© uitgave: Evangelie-Lektuur, Naar een artikel van prof. Dr. W. Gitt