Onze broeders en zusters liefhebben

‘Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht en geen ergernis is in hem’ (1 Joh. 2:10).

De apostel Johannes geeft hier duidelijk de kenmerken aan van het leven dat we bezitten in de Heere Jezus Christus. Hij benadrukt dat God licht is en dat God liefde is. 

Wie is mijn broeder die ik moet liefhebben? Vele jaren voordat Johannes deze Brief schreef, werd hij bedreigd door de religieuze leiders van zijn land. Het werd hem verboden te prediken in de Naam van de Heere Jezus, Die zij hadden verworpen en ter dood gebracht. Toen Johannes en Petrus door deze leiders waren vrijgelaten, ‘gingen zij tot de hunnen’ (Hand. 4:23). 

Soms spreken gelovigen over ‘sociale omgang met anderen’ (en dan worden ongelovigen bedoeld). Johannes had zijn eigen mensen met wie hij omging: allen die hoorden bij dezelfde Redder en Hem als Heere van hun leven erkenden. Ze hadden hetzelfde kostbare geloof verkregen als hij en waren in de familie van God geboren. Dat zijn de mensen die wij moeten liefhebben.

Deze praktische liefde is een voortvloeisel van het Goddelijke leven dat we bezitten in en door de Heere Jezus. De oude mens is met Christus gekruisigd. Hoewel de oude natuur nog steeds bij ons is, hebben we nu het vermogen om lief te hebben door de kracht van de Heilige Geest. Het is door Hem dat de liefde van God in ons hart is uitgestort. Volmaakte liefde herkent de voorwerpen van die liefde, omdat ze van Christus zijn en verlangt ernaar hen te dienen, omdat we Christus in hen zien.

Klaas Rot