‘Jezus ging naar buiten’
‘En Jezus ging uit en vertrok van de tempel; en Zijn discipelen kwamen tot Hem om Hem op de gebouwen van de tempel te wijzen. En Hij antwoordde en zei tot hen: Ziet u niet al deze dingen? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal geen steen op de andere gelaten worden, die niet zal afgebroken worden’ (Matth. 24:1-2).
Het hart van de discipelen werd zo in beslag genomen door de uiterlijkheden van hun dienst dat zij de Heere wezen op de tempel en het gebouwencomplex eromheen. De Geest van God was werkzaam in hun hart. Op dat moment konden zij zich niet verzoenen met de gedachte dat hun Meester deze aarde zou verlaten zonder dat Hij Zijn Koninkrijk had opgericht. Deze prachtige gebouwen zouden toch zeker een plaats innemen in Zijn regering hier op aarde, zo veronderstelden zij. De Heere had hun gezegd dat Hij zou worden verworpen door de farizeeën en oudsten en dat Hij gekruisigd zou worden. Dit was iets wat ze niet konden begrijpen en toch beseften ze dat er iets stond te gebeuren.
De Heere deed al hun hoop in rook vervliegen door Zijn antwoord: ‘Hier zal geen steen op de andere gelaten worden, die niet zal afgebroken worden’. Hebt u weleens de stem van de Heere gehoord met betrekking tot uw uiterlijke dienst voor Hem? Als ons werk geen tentoonstelling is van Zijn Persoon, als vrucht van Zijn werk in ons, luidt Zijn oordeel: ‘Het zal vergaan; het is uw werk, niet het Mijne’. De Heere had de tempel verlaten. Zijn plaats was nu buiten. Daar sprak Hij tot Zijn discipelen over de toekomst. Het is zo belangrijk dat het licht van de toekomst schijnt op onze dagelijkse wandel en dienst voor Hem.
De apostel Paulus begreep deze waarheid. Hij schreef aan de gelovigen te Korinthe over de ‘lichtheid van onze verdrukking’ (2 Kor. 4:17). De verdrukking was licht voor Paulus, omdat hij toen al genoot van de zegeningen van de toekomst die hij in het vooruitzicht had. Wat een prachtige les voor ons! De Heere onderwijst ons over wat komt. In dat licht mogen wij onze huidige toestand onderzoeken. De Heere is nu dichtbij; spoedig zal Hij Zelf komen om ons in het Vaderhuis te brengen. Daar zal geen ‘nacht’ zijn!
Klaas Rot