Huiskringen en huis-Bijbelstudiegroepen
Onder de aanduiding ‘Huiskringen’ bestaat vandaag binnen de Christenheid een grote hoeveelheid verschillende groeperingen.
Degenen die bij een huiskring horen, komen gewoonlijk op vaste tijden in een woning bijeen, om zich met vragen over de gemeente en de Bijbel bezig te houden. Wanneer het om Bijbelse vragen gaat, loopt het scala aan huiskringen uiteen:
- van mensen die min of meer zuiver intellectueel te werk gaan en de Bijbel daarbij niet in de zin van een letterlijk geïnspireerde heilig Boek zien, dat we als Christen niet in twijfel horen te trekken,
- tot aan mensen die het volle gezag van de Bijbel erkennen als het door God geïnspireerde Woord.
Er zijn ook verschillen in de mate van binding van de huiskringen aan diverse kerken en gemeenschappen, waaruit zij voortkomen die daarbij horen.
Allereerst zijn er huiskringen die er niet over denken om hun plek in de kerk op te geven, die soms door de predikant van hun kerk geleid worden. De bezoekers van zulke huiskringen zijn meer dan anderen geïnteresseerd in relevante problemen; en hun kerk staat welwillend tegenover zulke interesses.
Dan zijn er huiskringen, die bij het zich bezighouden met actuele vragen tot de conclusie komen, dat toch iets in hun kerk of gemeenschap toe zou zijn aan verandering. Hun doel is hervormend bezig te zijn.
Tenslotte zijn er ook nog huiskringen, die zich min of meer losmaken van hun oorspronkelijke kerk of gemeenschap, omdat zij op grond van wat zij uit Gods Woord menen te hebben gezien, geen bevredigende mogelijkheid zien om in die kerk te blijven, noch geloven dat ze de bestaande verhoudingen moeten of kunnen veranderen.
Wij willen ons nu richten op deze laatst genoemde huiskringen. Ze willen niet alleen meer dan tot dusver ontvangen, maar zoeken uiteindelijk naar iets anders, iets nieuws. Zij hebben al ingezien, dat hun plaats niet meer binnen de huidige kerkelijke systemen kan zijn, maar ze hebben nog niet gevonden hoe ze nu gemeenschap moeten verwezenlijken. Als ze binnen hun huiskring blijven, dan is dat beter dan tegen hun inzichten in terug te keren naar waar ze vandaan kwamen, maar een definitieve oplossing kan dat ook niet zijn.
Waar kan het aan liggen, dat zulke huiskringen bestaan blijven en daarmee, strikt genomen, dus al weer een groep binnen de Christenheid vormen? De reden zou kunnen zijn dat men op en dominerende persoon gefixeerd is, die begrijpelijkerwijs geïnteresseerd is in het voortbestaan van de, mogelijk zelfs door diegene opgerichte, huiskring.
Anderzijds kan ook bij iedereen een zekere zelfvoldaanheid binnensluipen. Men denkt er niet meer over na of huiskringen bijbels gezien wel onafhankelijk van de gemeenschap met andere broeders en zusters in de Heere op zichzelf kunnen blijven voortbestaan. Gods Woord kent niet alleen het woord ‘huiskringen’ niet; het kent ook geen instellingen van dien aard zoals wij ze vandaag hebben.
Nu hoeft niet alles wat niet uitdrukkelijk in Gods Woord staat te veroordelen zijn, en al naar gelang hun doel kunnen sommige huiskringen zeker hun bestaansgrond hebben. Maar als het er om gaat de juiste plaats van samenkomen met de gelovigen te willen hebben, in overeenstemming met Gods Woord, dan kan men niet staan blijven bij een huiskring. Zo’n huiskring is daarom in het beste geval een voorstadium naar het samenkomen volgens Gods Woord.
Hoe moet het dan verder gaan? Wij mogen ervan uitgaan dat zulke huiskringen al ingezien hebben, dat een gemeenschap van ware gelovigen met ongelovigen, zuivere belijders van het Christendom, in de samenkomsten niet mogelijk is, want ‘wat deelt een gelovige met een ongelovige?’ (2 Kor. 6:15). Laten we aannemen dat ze de oproep gevolgd hebben: ‘Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af’ (2 Kor. 6:17). Zouden zij de enige zijn die tot dusver geleid zijn? Vast niet! Daarom geldt dan ook: ‘Jaag rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede na, samen met hen die de Heere aanroepen uit een rein hart’ (2 Tim. 2:22).
God zij dank, er zijn overal op de wereld mensen, die ook leden van het lichaam van Christus zijn en vooral door Gods genade de plek gevonden hebben, waar ze ‘bijeen vergaderd zijn in Zijn Naam’ in de Naam van de Heere Jezus, en waar Hij ‘in hun midden’ is (Matth. 18:20). Ze hebben niet alleen hun tot dusverre kerkelijke verbanden verlaten, maar zijn ‘naar Hem’ uitgegaan, ‘buiten de legerplaats’ (Hebr. 13:13).
Wat is dan die ‘legerplaats’? In deze tekst is het allereerst de legerplaats van Israël in de woestijn; uit de context blijkt dat het een beeld van de tot dode religieuze vormen verstarde Jodendom met zijn religieuze centrum in Jeruzalem voorstelt, buiten wiens poorten de Heere Jezus geleden had (vs. 12). Vertaald naar onze tijd kunnen we de Christelijke systemen met al hun opgerichte organisaties en groeperingen ten minste als een nabootsing van een legerplaats zien.
Dat is dus de weg! Niet alleen eruit gaan, maar uitgaan naar Hem toe en tot Hem komen. En hoe en waar vindt men degenen die dat al gedaan hebben? Wanneer dat werkelijk een punt van zorg is en in gebed voor de Heer gebracht wordt, dan zal de Heer zich ook daarin laten zien. En hoe goed is het, dat men dan niet langer op een ‘huiskring’ aangewezen is, maar zijn plaats bij hen gevonden heeft, die ook in de grote verwarring op kerkelijk gebied in onze dagen nog een getuigenis van Zijn Gemeente, van Zijn Gemeente zijn en in geen andere naam dan alleen Zijn Naam bijeen willen zijn.
O. Schäfer