Hoe weten we zeker dat onze zonden vergeven zijn?
Als we naar de Evangeliën kijken, zien we dat sommige dingen die de Heere Jezus heeft gezegd en gedaan, maar in één Evangelie verteld worden, terwijl andere gebeurtenissen in twee, drie of zelfs alle vier worden beschreven. Afhankelijk van hoe de Heere Jezus in een bepaald Evangelie wordt voorgesteld, worden bepaalde extra feiten wel in het ene, maar niet het andere Evangelie vermeld. Op vergelijkbare wijze zijn er ook extra leringen en feiten die ons in andere boeken van de Bijbel worden meegedeeld. God heeft door heel Zijn Woord heen belangrijk onderwijs verspreid en toch is er een prachtige harmonie in heel de Bijbel. Het is nuttig en belangrijk dat we vertrouwd raken met alles wat er in Gods Woord staat.
Het verhaal van een verlamde man die door vier vrienden bij de Heere Jezus wordt gebracht, wordt ons verteld in Mattheüs 9, Markus 2 en Lukas 5. Vanwege de menigte moesten de vier mannen het dak openbreken van het huis waar de Heere was, om hun vriend op zijn rustbed voor Hem neer te laten zakken. Tot hun verbazing en tot ontzetting van de Schriftgeleerden die aanwezig waren, genas de Heere hem niet onmiddellijk, maar zei Hij tegen hem: ‘Kind, uw zonden zijn vergeven’. Nadat Hij gevraagd had wat gemakkelijker was, zonden te vergeven of een verlamde te genezen, wees Hij de omstanders erop dat Hij, de Zoon des mensen, macht had op de aarde zonden te vergeven en vervolgens genas Hij de verlamde man. Zijn macht is de afgelopen tweeduizend jaar niet verminderd en zal ook nooit verminderen. Zijn macht in de hemelen is even onbegrensd.
We zouden ons kunnen afvragen of de genezen man ook vragen had, zoals: heb ik Hem wel goed begrepen toen Hij zei: ‘Kind, uw zonden zijn vergeven’? Heeft Hij er misschien toch nog voorwaarden aan verbonden? Of: nou, ik kan gewoon niet geloven dat het zo eenvoudig is en dat ik niets hoef te betalen of te doen. Maar dergelijke vragen zouden erop wijzen dat de man twijfelde aan het woord van de Heere Jezus Christus, Gods Zoon, Die op dezelfde manier zijn verlamming had genezen door slechts een woord te spreken.
Een ongelovige wordt opgeroepen zich te bekeren en het Woord dat hem gebracht wordt, te geloven. In heel het boek Handelingen zien we zowel groepen als individuele personen tot behoudenis komen door geloof in Christus. Afhankelijk van de omstandigheden en de toestand van het hart van de toehoorder kan de boodschap variëren. De Joden die in Handelingen 2 de boodschap van Petrus hadden gehoord, geloofden onmiskenbaar wat hij had verkondigd en vroegen wat ze moesten doen. Ze kregen te horen dat ze zich moesten bekeren en zich moesten laten dopen, wat hen afscheidde van de massa van de Joden die Christus hadden verworpen en Zijn bloed hadden afgeroepen over henzelf en over hun kinderen. In Handelingen 16 lezen we hoe de gevangenbewaarder van Filippi op het punt stond zichzelf te doden en te horen kreeg dat hij moest geloven in de Heere Jezus en behouden zou worden. Bekering wordt hier niet genoemd, want die vond al duidelijk plaats.
Wanneer het gaat om een gelovige vandaag de dag: al zijn zonden waren toekomst toen Christus ervoor stierf. Dus alle zonden van de persoon die behouden is geworden, zijn volgens Gods Woord verzoend en vergeven. Hij is gered. Hij heeft eeuwig leven. Hij is een kind van God. Hij kan zijn behoudenis niet verliezen, want hij is veilig in de handen van de Heere Jezus en van God de Vader.
Maar in 1 Johannes 1:9 wordt ons als gelovigen voorgehouden: ‘Als wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid’. Merk op dat er zelfs niet staat dat we om vergeving moeten vragen. De Heere garandeert ons vergeving als wij onze zonden belijden. Geloven wij wat Hij zegt in Zijn Woord? Als we 1 Johannes 1:9 nauwkeurig lezen, zien we dat er niet staat dat we ons vergeven zullen voelen, maar dat God ons de zonden vergeeft en ons reinigt van alle ongerechtigheid wanneer wij onze zonden belijden aan Hem. Geloven wij Hem? Is Hij betrouwbaar?
Gevoelens van mensen veranderen voortdurend en we moeten ons daar niet afhankelijk van stellen. Maar de Heere Jezus is trouw. Hij kan niet liegen. Laten we ons verheugen in deze wetenschap en wandelen met onze Heere en er van dag tot dag voor zorgen dat we geen schuldenlijst hebben bij Hem.
Beantwoord door Eugene P. Vedder jr.