Het onzinnige van bezorgdheid
‘Wie toch van u kan door bezorgd te zijn, één el aan zijn lengte toevoegen? Als u dan zelfs het geringste niet kunt, wat bent u voor het overige bezorgd?’ (Luk. 12:25-26).
Onze lichamelijke groei is een natuurlijk proces dat verloopt in precies het tempo dat God voor ons bedoeld heeft. In deze zin is dit het eenvoudigste deel van ons leven, want het voltrekt zich volkomen los van onze eigen inspanningen. En, zo houdt de Heere Zijn volgelingen voor, als wij zelfs dit geringste niet kunnen, waarom zouden wij ons dan bezorgd maken over andere dingen wanneer wij een Goddelijke Vader hebben Die onze behoeften kent?
Dit besef is op zichzelf al belangrijk genoeg. Maar het wordt nog zeer versterkt wanneer wij onze zwakheid en ons onvermogen vergelijken met Gods onbeperkte vermogen. Hij is bij machte ‘zeer overvloedig te doen boven alles wat wij bidden of denken’ (Ef. 3:20). Hij is bij machte ons volledig te behouden en voor struikelen te bewaren (Hebr. 7:25; Judas 1:24). Hij is bij machte om de genade overvloedig te doen zijn in onze dienst voor Hem; in ons lijden voor Hem is Hij machtig ons aan Hem toevertrouwde pand te bewaren tot de dag van de beloning (2 Kor. 9:8; 2 Tim. 1:12). Als de verzoeking ons verontrust, kan Hij ons te hulp komen; als anderen ons beschuldigen, is Hij machtig om ons staande te houden (Hebr. 2:18; Rom. 14:4).
Ja, Hij heeft zelfs de macht om ‘ook alle dingen aan Zich te onderwerpen’ (Fil. 3:21)! Welke persoon zal niet onderworpen worden aan Zijn macht? Welke beproeving zou Zijn kracht kunnen weerstaan? Welke verleiding of ontmoediging zou ons kunnen overweldigen wanneer onze ogen op Hem gericht zijn? Toen Mozes wist dat hij niet in staat was om de last en het geruzie van het volk te dragen, stelde de Heere nog zeventig anderen aan om hem erbij te helpen (Num. 11:11-17). Wanneer wij aan het eind van onze eigen mogelijkheden zijn gekomen en zeggen: ‘Ik ben niet bij machte’ – om zelfs maar het geringste te doen – zullen we alle hulpbronnen vinden van de God Die machtig is.
S.J. Campbell