Het Licht van de wereld – in duisternis!
‘En toen het zesde uur gekomen was, kwam er duisternis over de hele aarde, tot het negende uur toe’. Markus 15:33
Toen de Heere Jezus geboren werd, verlichtte een bovennatuurlijk licht de velden van Bethlehem in de nacht. De Redder was verschenen. Gods heerlijkheid lichtte in de duisternis. Maar wát een contrast: toen onze Heere aan het kruis leed en stierf, werd het op klaarlichte dag donker. De schepping voelde als het ware wél mee met de Schepper, in tegenstelling tot de ruwe vijanden van de Heere. Zonder twijfel kwam deze ongewone duisternis van God en voor de mensen was het een teken dat hen had moeten herinneren aan de uitspraak van de profeet over de dag van de Heere, die ‘grote en ontzagwekkende dag’ (zie Joël 2:31). God is Licht, staat in Zijn Woord (1 Joh. 1:5). Maar dan betekent de duisternis niets anders dan dat de heilige God Zich in deze uren afwendde van de lijdende Mens Christus Jezus.
Al in vroegere tijden drukte God Zijn ongenoegen over de Egyptenaren uit door een dikke duisternis over het land te laten komen (Ex. 10:23). Maar toen hadden alle Israëlieten wél licht in hun woningen. En als straks de verlorenen voor eeuwig in de ‘buitenste duisternis’ zullen zijn, zijn zij voor eeuwig van Gods tegenwoordigheid en hulp afgesneden. God verwerpt hen die Christus verworpen hebben. Zijn heilige natuur kan geen relatie tot het kwaad hebben. Christus spreekt er in de drie uren van duisternis overduidelijk over dat Hij de zonden voor de Zijnen gedragen heeft. Daarom de uitroep: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’
Moet het ook ons vandaag niet weer diep ontroeren dat de Heere Jezus voor ons Gods oordeel moest dragen? Dat moet invloed hebben op onze lofzang, ja, op ons hele leven!
Uit ‘Der Herr ist nahe’