Gebrokenheid
‘De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten’ (Ps. 51:19).
‘De Heere is nabij de gebrokenen van hart’ (Ps. 34:19).
Gewoonlijk heeft iets wat gebroken is, minder waarde of zelfs helemaal geen waarde meer, maar voor God heeft gebrokenheid grote waarde.
Er zijn ten minste acht dingen die gebrokenheid vergezellen of aantonen.
1. Berouw tonen en vergeving vragen
Hiervoor is nederigheid en zelfverloochening nodig. Paulus moest vergeving vragen toen hij zonder respect had gesproken tegen de hogepriester (Hand. 23:3,5). Hoe moeilijk vinden wij het soms om vergeving te vragen aan onze kinderen, of aan een jonger iemand in de vergadering, of aan iemand van wie wij vinden dat hij ons onrechtvaardig behandeld heeft!
2. Vergoeden
Als ik onterecht iets genomen heb, hoe klein het ook is, moet ik bereid zijn om het terug te betalen. Dit is ook beschamend en moeilijk. We zien hiervan een goed voorbeeld in Zacheüs (Luk. 19:1-10).
3. Vergeven
We moeten bereid zijn om te vergeven, niet zeven keer maar zeven maal zeventig maal. Dit vereist een geest van nederigheid, maar de gevolgen zijn prachtig. De Heer zegt dat als wij vergeving willen ontvangen, wij zelf moeten vergeven. De Heer vergaf toen Hij onrechtvaardig behandeld werd: ‘Vader, vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen’ (Luk. 23:34).
4. Kwaad met goed vergelden
We moeten verlies of vernedering accepteren zonder wraak te nemen. Petrus zei dat we niet kwaad met kwaad moeten vergelden, maar moeten zegenen (1 Petr. 3:9). Van de Heer lezen we dat Hij als Hij uitgescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde (1 Petr. 2:23). Wij moeten de mensen die ons slecht behandelen, goed doen. Er gaat een verhaal over een olifant en zijn trainer. Op een dag viel de prikstok waarmee de trainer de olifant altijd porde, uit zijn hand. De olifant draaide zijn kop, pakte met zijn slurf de prikstok op en gaf hem terug aan de trainer…
5. De ander uitnemender achten dan onszelf
Dit zien we in het handelen van Abram, die Lot het eerst het land voor zijn kudden liet kiezen (Gen. 13). In Filippi 2 wordt ons voorgehouden dat we de ander uitnemender moeten achten dan onszelf. De Heer is ons prachtige Voorbeeld. Hoewel Hij God is, vernederde Hij Zichzelf, werd Hij Mens, ging Hij naar het kruis en als gevolg daarvan zijn wij rijk gemaakt.
6. Onberispelijke gehoorzaamheid tonen
‘Wees niet als een paard, als een muildier, dat geen verstand heeft. Zijn bek houdt men in toom met bit en toom; dan kan hij u niet te na komen’ (Ps. 32:9). Wees niet te snel zoals een paard, maar ook niet te langzaam en koppig zoals een ezel. Beide zijn eigenwijs.
De Heer heeft in Zijn hele leven een volmaakte gehoorzaamheid getoond. Toen de boodschap dat Lazarus ziek was, Hem bereikte, ging Hij niet onmiddellijk naar Bethanië. Bij een andere gelegenheid zei Hij: ‘Mijn voedsel is, dat Ik de wil doe van Hem Die Mij heeft gezonden’ (Joh. 4:34).
7. Ons niet laten beïnvloeden door de publieke opinie
Petrus verloochende de Heer zelfs tegenover een jong dienstmeisje. De Heer was anders; Hij vertrouwde Zich niet aan mensen toe en zocht geen eer van hen (Joh. 2:24; 5:41-44).
8. De zonden van anderen belijden als onze eigen zonden
Daniël en Nehemia zijn goede voorbeelden. We weten dat de Heer geen zonde heeft gedaan, geen zonde heeft gekend en dat in Hem geen zonde is en toch werd Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem (2 Kor. 5:21). Psalm 69:6 maakt ons duidelijk dat de Heer onze zonden belijdt als waren het Zijn eigen zonden!
Zijn deze kenmerken zichtbaar in het leven van ons allen?
A. Blok