Een bekeringsverhaal van een naamchristelijk meisje uit Turkije

Hallo, mijn naam is A. Yilmaz. Anderhalf jaar geleden kwam de Heer op mijn weg en kon ik zo Zijn genade ontvangen. Ik ben nu 16 jaar. Toen was ik 15.

Voor mijn bekering heb ik veel gedaan dat verkeerd was. In mijn oude leven heb ik zo goed als niets over Jezus gehoord, omdat ik thuis bij mijn ongelovige ouders ben opgegroeid. Er werd mij alleen gezegd: zolang je in Jezus gelooft ben je gered. Ik heb dat ook zo geloofd en heb zo mijn leven geleefd, want ik geloofde immers in Jezus en dat moest voldoende zijn, had mama gezegd.

Toen ik ongeveer 11 jaar was begon ik te roken en wisselde ik ook voortdurend van jongens. Op een gegeven ogenblik leed ik daar zo onder, dat ik me erg terugtrok en mij ging afzonderen, omdat ik mezelf niet meer in de hand had.

Daarom werd ik een geval voor de Jeugdzorg en moest daar heen. Toen zocht op een bepaald moment mijn beste vriendin een kerk en kwam terecht bij het bedehuis in onze stad. Ze vertelde mij erover en ik wilde absoluut een keertje mee om te zien wat ze daar deden. Het kwam ook doordat ik thuis bijna geen vrijheid had en gewoon weg wilde zijn.

Thuis was er altijd maar weer ruzie tussen mijn ouders en wel zo erg, dat er met potten, stoelen, asbakjes en flessen gegooid werd. Ik keek ook bijna dagelijks toe, hoe mijn moeder achter de computer zat te schrijven met andere mannen, terwijl mijn vader in Turkije bij zijn moeders sterfbed zat te huilen. Toen hij terugkwam kreeg hij een vermoeden en ze begonnen weer te ruziën.

Ik kon daar niet tegen en zocht mijn troost bij vrienden. Op een gegeven moment hoorde ik over een kinderkamp met de jeugdgroep en de kinderen. Ik ging mee. De dagen in dit tehuis waren heel mooi en we hebben erg veel ondernomen.

Op een morgen hadden we een samenkomst; ik voelde me erg door de preek aangesproken, zodat ik voor de eerste keer echt over mijn leven ging nadenken. Ik bekeerde me en begon rokken te dragen, maar dit duurde niet lang, want ik begon een relatie met een jongen uit een bevriende gemeente en deze trok mij mee de verkeerde kant op.

Ik ging terug naar de wereld, maar pas nadat het gedaan was met hem. Ik begon weer te roken, soms ging ik ook teveel drinken en vertelde mijn moeder, dat ik een nacht bij een vriendin zou blijven. Ik liep soms, als mijn moeder mij zocht, eenvoudigweg bij haar vandaan, omdat ik wist, dat ik iets verkeerds gedaan had en haar teleurgesteld gezicht niet wilde zien.

Ik leefde volkomen in de wereld en het ging mij geweldig goed, dacht ik. Een tijd later kwam ik bij de jeugd terecht, maar ik kwam echter heel onregelmatig, want de wereld was voor mij belangrijker dan de gemeenschap met gelovigen.

Op zekere dag stond er ook een jeugdkamp gepland. Ik dacht: dat is prachtig. Hoofdzaak was weg van huis te zijn. Dit was een heel mooi kamp. We lachten, speelden en vertelden veel, maar op een morgen hadden we een jeugddienst en daar spraken we over de komst van de antichrist en over de tijd van de verdrukking.

Het was enorm schrikken voor mij. Ik keek naar mijn vriendin tegenover mij met wie ik begonnen was mee te gaan naar de kerkdiensten, want zij was al een kind van God en een paar maanden later werd ze al gedoopt. Ja, ik dacht bij mezelf: zij is gered! Maar hoe staat het met jou? Kom jij ook in de hemel of zul je veroordeeld worden?

Het werd mij verschrikkelijk helder, dat ik naar de hel zou gaan, als ik mij niet tot de Heer zou bekeren. Ik ging huilend het vertrek uit en sloot mij op in de badkamer en huilde bitter. Maar ik kon mij niet bekeren, want ik dacht dat ik de moed niet zou kunnen opbrengen om tegen de mensen te zeggen, dat ik een andere weg wilde gaan.

Ik kwam de badkamer uit en de pastorale werkers rekenden al op mij, maar ik kwam niet. Ik was de hele dag zo verdrietig en ik wilde het onderdrukken. Het lukte na een tijdje ook, maar ´s avonds kwam ik tot rust en moest mezelf bekennen, dat als ik deze stap nu niet zou doen, ik misschien wel nooit weer geroepen zou worden.

Ik riep iemand en ik mocht op deze avond van 12 augustus 2011 mijn leven aan de Heer overgeven en op 5 augustus 2012 mocht ik gedoopt worden. Ik ben zo blij, dat de Heer mij genade geschonken heeft. Hem zij de eer!

Ik schrijf jullie dit alleen, omdat ik jullie brieven zo bemoedigend vind. Ik wacht elke maand op deze brieven. Ik zit op dit moment in een dip en het gaat niet zo goed met mij. Het lukt me eenvoudigweg niet ervoor te bidden.

Maar de brief met Psalm 34:19 heeft mij moed gegeven. De Heer moge jullie sterken en steeds weer toerusten voor je dienstwerk.

Jullie zuster in de Heer,

A. Yilmaz