De tafel der toonbroden

‘U moet ook een tafel van acaciahout maken. … Ook moet u er een sierlijst van een hand breed omheen maken en moet u een gouden rand rondom die sierlijst maken’ (Ex. 25:23,25).

‘Dit zijn de afmetingen van het altaar in ellen, te weten een el en een el en een handbreedte … en de opstaande rand ervan, die eromheen loopt, is één span hoog’ (Ezech. 43:13).

Mozes was veertig dagen lang op de berg, terwijl God hem instructies gaf vanuit de hemel, met de opdracht de tabernakel in overeenstemming daarmee te maken (Ex. 24–31). God zou onder Zijn volk op aarde gaan wonen en al deze bijzonderheden zijn aanschouwelijke lessen voor ons vandaag. In Mozes’ lied (Ex. 15) drukte een verlost volk zijn verlangen uit om een woonplaats voor God te maken. En daarom gaf God specifieke instructies voor de tabernakel en de inrichting ervan. Een van deze voorwerpen was de tafel van acaciahout.

De tafel spreekt van de gemeenschap tussen God en Zijn volk en met elkaar. Zo’n gemeenschap in een vijandige wereld heeft de juiste grondslag en bescherming nodig. Deze tafel was gemaakt van acaciahout, dat een beeld is van de volmaakte menselijkheid van de Heer, zonder enige smet of tekortkoming. Hij was volkomen bedekt met zuiver goud, een beeld van de Goddelijkheid van de Heer. Hij moest de twaalf toonbroden in Gods aanwezigheid dragen: volmaakt naar God toe evenals naar de mens toe. Deze tafel is een beeld van de gemeenschap waartoe wij geroepen zijn en is verbonden aan de volmaaktheid van Gods Zoon, Jezus Christus, onze Heer (1 Kor. 1:9). Alles wordt gedragen door Hem en beschermd door Hem.

De ‘sierlijst van een handbreed’ duidt erop dat Hij alles beheerst en bestuurt. Zonder deze lijst valt alles uiteen, want zonder Zijn hand kunnen wij helemaal niets doen (vgl. Joh. 15:5). In de komende wereld, waar het altaar van Ezechiël over spreekt, zal de gemeenschap tussen de Heer en Zijn volk openlijk hersteld en onderhouden worden overeenkomstig Zijn gedachten. Zijn ‘span’ en ‘handbreedte’ zullen alles beschutten. Dat is wat wij vandaag in moreel opzicht nodig hebben.

A.E. Bouter