Anathema Maranatha

‘Als iemand de Heer Jezus Christus niet liefheeft, die zij vervloekt, Maranatha!’ 1
(1 Korinthe 16:22)

De plaats die deze ernstige vervloeking, dit anathema inneemt is werkelijk opmerkelijk. Het woord ‘anathema’ (vervloekt) duidt op alles wat tot de dood veroordeeld is; en Maranatha betekent dat de Heer komt om te oordelen.

In de loop van de eerste Brief aan de Korinthiërs moest de apostel vele praktische dwalingen en leerstellige fouten bestraffen en verbeteren. Er waren scheuringen onder de Korinthiërs; zij waren tegenover elkaar opgeblazen; er werd hoererij onder hen gevonden; ze daagden elkaar voor de rechter; er was grote wanorde bij het avondmaal van de Heer, en sommigen trokken de grote fundamentele waarheid van de opstanding van de doden in twijfel.

Dit waren ernstige dwalingen en grove zonden; dwalingen en zonden die de scherpe en strenge berisping van de geïnspireerde apostel opriepen. Maar laten we er zorgvuldig acht op letten: wanneer hij aan het eind van deze Brief zijn uitermate ernstige ‘Anathema Maranatha’ uitspreekt, is dit niet gericht tegen hen die deze dwalingen hadden ingebracht en deze zonden hadden bedreven, maar heel algemeen tegen ‘iemand die de Heer Jezus niet liefheeft’. Dit is heel beslist onze ernstige aandacht waard. De enige zekerheid tegen elke vorm van dwaling en kwaad is onvervalste liefde voor de Heer Jezus Christus!

Iemand kan moreel nog zo strikt en goed leven, zodat niemand zijn vinger kan leggen op enige fout in zijn karakter of op enige tekortkomingen in zijn reputatie; maar onder de dekmantel van die goede moraal kan een hart schuil gaan dat zo koud is als ijs als het gaat om de Heer Jezus!

Misschien wordt iemand zo sterk gekenmerkt door een geest van edele welwillendheid, dat zijn invloed overal waar hij komt als iets positiefs wordt gevoeld, en toch kan het voorkomen dat er in zijn hart geen enkel gevoel van liefde is voor de Heer Jezus Christus. Iemand kan wat zijn opvattingen betreft een zuivere, Bijbelgetrouwe geloofsbelijdenis aanhangen en met toewijding gehecht zijn aan de inzettingen en regels van een godsdienstige traditie, en tóch kan hem de liefde voor de aanbiddelijke Persoon van de Heer Jezus Christus totaal ontbreken!

Het kan zelfs gebeuren dat al deze dingen (namelijk een moreel hoogstaande manier van leven, edele welwillendheid, zuiver vasthouden aan Bijbelse leringen en grote toewijding aan uiterlijke godsdienstige vormen) allemaal samen in één en dezelfde persoon aanwezig zijn, en dat die persoon tóch helemaal ontdaan is van elk sprankje van liefde voor de Heer Jezus Christus. En dat zo iemand dus als een ernstig, ontstellend gevolg hiervan is blootgesteld aan het verschrikkelijke, veroordelende ‘Anathema!’ – de vervloeking die hier wordt uitgesproken door God de Heilige Geest!

Ik kan immers als mens moreel gezien goed leven vanuit liefde voor mezelf; ik kan welwillend zijn door liefde voor mijn naasten; ik kan conservatief zijn door liefde voor dogma’s, en godsdienstig zijn door liefde voor een kerkgenootschap of sekte. Maar niet één van al deze dingen kan me beschermen tegen mijn verdiende oordeel, dat wordt aangekondigd door de Heilige Geest tegen iedereen (het maakt niet uit wie; er staat heel algemeen: ‘iemand’) die de Heer Jezus Christus niet liefheeft. Dit is een heel ernstige en toepasselijke uitspraak voor de tegenwoordige tijd. Overweeg dit ernstig! Denk eraan dat de enige grondslag voor een werkelijk goed leven, de enige grondslag voor Goddelijke Bijbelgetrouwheid, de enige grondslag van zuivere godsdienst is dit: echte liefde voor de Heer Jezus Christus. En waar deze liefde niet aanwezig is, is alles koud, vruchteloos en zonder waarde; daar is alles blootgesteld aan de dood en het oordeel door het ‘Anathema Maranatha!’ dat de Heilige Geest hier uitspreekt.

Wanneer ons hart werkelijk is geraakt door deze onmisbare vonk van liefde voor de Heer Jezus, dan is elke poging voor een moreel goed leven, elke strijd tegen onze hatelijke begeerten, lusten en driften, elke vrijgevigheid van onze handen, elk gezond en waarheidsgetrouw godsdienstige beginsel, elke daad van toewijding, elk godvrezend verlangen, elk toegewijd ogenblik van ons leven, kortom: alles wat uit onze ziel voortkomt is dan kostbaar voor de Vader, kostbaar voor de Zoon en kostbaar voor de Heilige Geest. Alles is dan een reukwerk dat de liefelijke geur verspreidt van de kostbare Naam van de Heer Jezus, Die het onderwerp is van de verwondering van de hemel, het middelpunt van de vreugde van de hemel en het voorwerp van de aanbidding van de hemel.

En, geliefde lezer, zouden wij de Heer Jezus Christus niet liefhebben? Zouden wij Hem niet hoger moeten schatten dan al het andere? Zouden wij niet bereid moeten zijn alles voor Hem op te geven? Zouden onze harten niet vervuld moeten zijn met gevoelens van oprechte toewijding aan Zijn Persoon in de hemel en aan Zijn belangen hier op aarde?

Hoe zouden we Hem in gedachten kunnen volgen van het Huis van de Vader naar de kribbe van Bethlehem, van de kribbe van Bethlehem naar het kruis van Golgotha, en van het kruis van Golgotha naar de troon van de Majesteit in de hemelen; hoe zouden we Hem kunnen aanschouwen als de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis, zonder dat ons hele leven onder de machtige, alles beheersende invloed van Zijn liefde zou worden gebracht?! Moge de Heilige Geest Zijn oneindige heerlijkheden en ongeëvenaarde uitnemendheden zo mooi voor onze harten ontvouwen, dat wij alles voor schade en drek houden om de uitnemendheid van de kennis van Christus Jezus, onze Heer!

C.H. Mackintosh

1 In veel Bijbelvertalingen (o.a. de nauwkeurige Engelse vertaling van br. J.N. Darby) staat hier: ‘… die zij anathema, maranatha’. Zie ook de voetnoot van de van harte aanbevolen Voorhoeve-vertaling, 4e druk, die als volgt luidt: ‘Maranatha’ wil zeggen: de Heer komt (of kome); en zoals uit het verband blijkt: de Heer komt (of kome) om te oordelen, om dan het ‘anathema’, het ‘vervloekt’ uit te spreken over allen die Hem niet hebben liefgehad.