Groot is de verborgenheid van de Godsvrucht

‘En ongetwijfeld, de verborgenheid van de godsvrucht is groot: God is geopenbaard in het vlees, gerechtvaardigd in de Geest, gezien door de engelen, gepredikt onder de volken, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid’ (1 Tim. 3:16).

Er wordt in de Bijbel over veel verborgenheden gesproken, maar er wordt slechts eenmaal verwezen naar de verborgenheid van de Godsvrucht. Een ‘verborgenheid’ is een geheim, maar dit geheim is nu geopenbaard en wordt begrepen door ware gelovigen (Matth. 13:11). Vanwege het verdorven, ongelovige hart van de mens begrijpen de menigten, zowel toen als nu, niets van de verborgenheid dat God in de Persoon van de Heer Jezus Mens geworden is.

God is geopenbaard in het vlees. De betekenis van deze verborgenheid is groot: God is geopenbaard, zichtbaar geworden, voor de ogen van mensen. Jezus Christus was waarlijk God gekomen in het vlees. Hierover bestaat volgens 1 Timotheüs 3:16 geen enkele twijfel.

Gerechtvaardigd in de Geest. Jezus wandelde in zondeloze volmaaktheid als een afhankelijk Mens. Zijn heilig leven, door de kracht van de Heilige Geest, zette Hem apart. Jezus Christus werd bij Zijn opstanding door de Geest verklaard als Gods Zoon (Rom. 1:4; 1 Petr. 3:18).

Gezien door de engelen. Engelen zijn geestelijke wezens die door God geschapen zijn. Toen Christus in Bethlehem geboren was, zagen de engelen hun Schepper in nederig mens-zijn, de Zoon van God in het vlees. Met eerbied barstte de engelenwereld uit in lof en aanbidding voor hun Schepper, een Baby in een kribbe (Luk. 2:10-12).

Gepredikt onder de volken. Christus begon Zijn openbare bediening door het evangelie te verkondigen aan Joden en heidenen (Luk. 4:18). Deze bediening is nu aan ons toevertrouwd.

Geloofd in de wereld. De Zoon des Mensen bewerkte de verlossing door Zijn dood en opstanding, zodat ieder die in Hem gelooft, behouden zal worden (Rom. 10:11-13).

Opgenomen in heerlijkheid. God ontving de Heer Jezus, opgestaan uit de dood, en liet Hem zitten aan Zijn rechterhand. Hij wacht nu op de dag dat Hij zal terugkeren in zichtbare heerlijkheid (Hand. 2:34-35). De Gemeente is Gods getuige van de heerlijke Persoon van Jezus Christus.

J. Redekop