72. Zou ik U, o God, niet zingen.

Lied 72
1 Zou ik U, o God, niet zingen,
zou ik U mijn dank niet bien,
daar Gij mij in alle dingen
uwe vadertrouw doet zien?
’t Is toch liefde, niets dan liefde,
die uw vaderhart beweegt;
liefde, die mij steeds verpleegt.
Gij naamt weg al wat mij griefde.
Ondoorgrond’lijk, zoals Gij,
is uw liefde, o God, voor mij.

2 Voor mij, gans en al verloren,
gaaft Gij uw geliefde Zoon.
Door uw Geest ben ik herboren,
die mijn lichaam koos ter woon.
Wie kan wat Gij doet doorgronden?
Wie uw liefde, o God, verstaan,
die Gij mij, met schuld belaan,
door uw Zoon hebt doen verkonden?
Ondoorgrond’lijk, zoals Gij,
is uw liefde, o God, voor mij.