Het bekeringsverhaal van C.H. Spurgeon

Het was op een besneeuwde januariochtend in 1856 dat de vijftienjarige Charles Haddon Spurgeon een kleine methodistenkapel in zijn geboorteplaats in Engeland binnenliep, en een toespraak hoorde over Jesaja 45:22 . De woorden ‘Wend u tot Mij,  word behouden’ waren het middel tot zijn bekering tot Christus. Hier volgt het verhaal van Spurgeons bekering in zijn eigen woorden:

Soms denk ik dat ik nog steeds in duisternis en wanhoop zou zitten, als God niet in Zijn goedheid een sneeuwstorm had gestuurd toen ik op een zondagochtend op weg was naar een kerkdienst. Toen ik niet verder kon, sloeg ik een steeg in en kwam bij een kleine primitieve methodistenkapel. In die kapel zaten zo tussen de tien en vijftien mensen. De voorganger kwam die ochtend niet opdagen: hij zat vast in de sneeuw, vermoed ik. Een arme man, een schoenmaker of kleermaker of zoiets, ging de preekstoel op om te preken. Hij was wel verplicht bij zijn tekst te blijven, om de simpele reden dat hij niets anders te zeggen had. De tekst luidde: ‘Wend u tot Mij, word behouden, alle einden der aarde’. Hij sprak de woorden niet eens goed uit, maar dat deed er niet toe.

Er lag, zo dacht ik, een glimp van hoop voor mij in die tekst. De spreker begon zo: ‘Mijn vrienden, dit is echt een heel eenvoudige tekst. Er staat: ‘Kijk’. Nou, dat vereist niet veel inspanning. Je hoeft je voet of je vinger er nog niet voor op te tillen; er staat alleen maar ‘kijk’. Niemand hoeft een hogere opleiding te volgen om te leren kijken. Zelfs de grootste dwaas kan nog kijken. Je hoeft niet veel te verdienen om te kijken. Iedereen kan kijken; een kind kan kijken. Maar dit is wat er in de tekst staat. De tekst gaat verder met: Kijk naar Mij’.

En met een sterk Essex-accent zei hij: ‘Ay, velen van u kijken naar zichzelf. Dat heeft geen enkele zin. U zult nooit steun vinden in uzelf’. Toen vulde de goede man zijn tekst op deze manier aan: ‘Kijk naar Mij: Ik zweet grote druppels, als bloed. Kijk naar Mij: Ik hang aan het kruis. Kijk: Ik ben dood en begraven. Kijk naar Mij: Ik sta weer op. Kijk naar Mij: Ik ga naar de hemel; Ik zit aan de rechterhand van de Vader. O, kijk naar Mij! Kijk naar Mij!’ Toen hij zo ver gekomen was en ongeveer tien minuten had vol gekregen, was hij uitgepraat.

Toen keek hij naar mij onder de galerij, en aangezien er zo weinig aanwezigen waren, wist hij ongetwijfeld dat ik een vreemde was. Hij zei: ‘Jongeman, je ziet er ellendig uit’. Nou, dat was inderdaad zo, maar ik had nog nooit meegemaakt dat er vanaf de preekstoel opmerkingen werden gemaakt over mijn persoonlijke verschijning. Het was echter een rake klap. Hij vervolgde: ‘En je zult altijd ellendig blijven – ellendig in leven en ellendig in sterven – als je mijn tekst niet gehoorzaamt. Maar als je nu, op dit moment, gehoorzaamt, zul je behouden worden’.

Toen riep hij uit, zoals alleen een oorspronkelijke methodist dat kan: ‘Jongeman, kijk naar Jezus Christus’. Daar en toen verdween de wolk, de duisternis was weggevaagd en op dat moment zag ik de zon; en ik had kunnen opstaan en met de meest enthousiasten van hen kunnen zingen over ‘het kostbare bloed van Christus’.

C.H. Spurgeon